woensdag 6 november 2019

De Redding van de Vroedmeesterpad

Vroedmeesterpad in kweekprogramma

Vroedmeesterpad_vrijstaand_jh_001_600x400px
Kweek en uitzetten van Vroedmeesterpad gebeurt vanuit Inbo in Linkebeek.
Vlaanderen zet de eerste gekweekte vroedmeesterpadden gecoördineerd uit om soort te redden. Het voortbestaan van de vroedmeesterpad hing aan een zijden draadje in Vlaanderen. Van het dier bleven slechts enkele honderden mannelijke exemplaren over. Zij droegen het lot van het ganse nageslacht, wat gerust letterlijk mag genomen worden. Daar waar men vreesde dat de vroedmeesterpad op korte termijn zou verdwijnen, kunnen we nu stellen dat de kansen op een comeback toenemen.

 Om het aantal vroedmeesterpadden opnieuw te verhogen is nu dus  een volwaardig soortenbeschermingsprogramma (SBP) opgezet. Het programma wil het aantal vroedmeesterpadden zo snel mogelijk op een veilig niveau brengen. Het streefdoel is op termijn twintig populaties met telkens minstens tweehonderd roepende mannetjes. Het SBP voorziet naast het aanleggen en herstellen van geschikte land- en voortplantingsbiotopen, ook een kweekprogramma met larven met ‘vers’ genetisch materiaal uit Nederland, Wallonië en de resterende populaties in Vlaanderen.

 Dit kweekprogramma draait op volle toeren. De larven worden grootgebracht in de kwekerij van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek in Linkebeek tot ze – vermoedelijk vanaf 2021 – nakomelingen kunnen produceren. Omdat de overlevingsgraad groter blijkt dan verwacht, kunnen dit najaar al zo’n 75 kleine padjes en nog eens 100 larven gecoördineerd worden uitgezet. Een primeur in Europa! Deze uitzettingen gebeuren verspreid over locaties met bestaande kwetsbare populaties in Huldenberg, Sint-Genesius-Rode en Borgloon. Om dit alles mogelijk te maken sloegen Natuur en Bos van de Vlaamse overheid (ANB), het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), Natuurpunt, het Regionaal Landschap Dijleland en Regionaal Landschap Pajottenland en Zennevallei de handen in elkaar.

De vroedmeesterpad heeft het in Vlaanderen niet onder de markt. Door toenemende verbossing en het verdwijnen van zonnige overgangsbiotopen, beschikt de pad over een steeds kleiner landbiotoop. Tel daar het verdwijnen van geschikte voortplantingswaters bij, en je weet dat de soort het de laatste jaren knap lastig kreeg. Bovendien zijn het honkvaste dieren. Ze wijken niet snel uit naar nieuw territorium. Ook niet als ze geïsoleerd geraken door versnippering van hun leefmilieu. Het resultaat is dat vele populaties de voorbije decennia van de kaart geveegd werden. De resterende groepen zijn nagenoeg allemaal klein en kwetsbaar.

 De vroedmeesterpad houdt van de warmte en zoekt bescherming onder losse steengrond. Vlaanderen ligt op de noordwestelijke rand van zijn Europese verspreidingsgebied. Je vindt ze hier bijna uitsluitend op de zonnige hellingen van het Brabants heuvelland, het zuiden van Haspengouw en de Voerstreek. Opvallend is dat het vrouwtje haar eitjes niet in het water legt. Het mannetje wikkelt het eisnoer om zijn achterpoten (zie foto) en draagt het vervolgens enkele weken met zich mee aan land. Hij draagt dus letterlijk zijn nageslacht. Pas als de larven in de eitjes voldoende ontwikkeld zijn, keert hij terug naar de poelen om ze af te zetten. Een vroedmeesterpad legt weliswaar minder eitjes dan andere soorten, maar dankzij deze techniek hebben de dikkopjes een grotere kans om de eerste levensweken te overleven.

Ja, de Vroedmeesterpad wordt gered

Vroedmeesterpad14
De vroedmeesterpad dankt zijn naam aan de bijzondere gedragingen van het mannetje, voorafgaand aan het afzetten van de eieren. Hij masseert langdurig de cloaca van het vrouwtje en helpt op die manier ‘bij de bevalling’. Na de paring wordt het eisnoer niet in het water gelegd, maar het mannetje wikkelt het om zijn achterpoten. Pas wanneer de larven uitkomen wordt het water opgezocht en worden de larven afgezet. De vrouwtjes kunnen 2 tot 4 keer per seizoen eitjes afzetten.
 

Dat voor de uitzetting onder meer Neerijse gekozen werd, is geen toeval. De locatie ligt te midden van het gebied van de Brabantse wouden. De regio ten zuiden van Brussel en Leuven die omarmd wordt door de machtige wouden Hallerbos, Zoniënwoud en Meerdaalwoud heeft heel wat in huis om de vroedmeesterpad kans op overleven te geven: zonnige valleihellingen, poelen, stenige gronden en boerderijen met schuurtjes om bij te schuilen. Bovendien lopen er in en rond de Brabantse wouden verschillende projecten die het landschap versterken en ontsluiten. Deze initiatieven, waar verschillende organisaties en overheden bij betrokken zijn, versterken het leefmilieu van de dieren en verkleinen de kans dat populaties geïsoleerd geraken.

Drogenbos - Biografie Felix

De boer die enkel op zondag schilderde: Biograaf zoekt vrienden en familie van kunstenaar Felix De Boeck (1898-1995): “Ik wil zijn persoonlijk verhaal schrijven”
  •  


Archief Felix De Boeck, FeliXart Kunstenaar Felix De Boeck aan het werk aan zijn hoeve in Drogenbos. 
Meer dan twintig jaar na zijn dood blijft het leven van kunstschilder Felix De Boeck uit Drogenbos tot de verbeelding spreken. De Nederlandse doctoraatstudent David Veltman schrijft een biografie van de man en is op zoek naar vrienden en familieleden van de artiest die zijn hele leven lang boerde aan de rand van het dorp. 
Felix De Boeck was één van de merkwaardigste schilders die ons land ooit heeft gekend. De man was in de eerste plaats een landbouwer en schilderde enkel op zondag. De rest van de week had hij het te druk met het werk op het land. Maar hij ontving wel alle belangrijke kunstenaars en schrijvers van die tijd op zijn hoeve. Vandaag wordt die gerestaureerd en sinds eind jaren negentig is op zijn erf het FeliXart Museum gevestigd, gewijd aan zijn leven en werk. Er is al heel wat gedocumenteerd over de man, maar Veltman  wil het leven van De Boeck verder uitspitten na een oproep van het FeliXart Museum.
Felix sloot vriendschappen met politici als Jean-Luc Dehaene en Marc Galle, dichters Maurice Carême en Wies Moens en de zakenmensen Maurits Naessens en Leon Rochtus. Hij wist dat deze mensen iets voor hem konden betekenen.

De Boeck had best een uitgebreid netwerk van vrienden. Dat blijkt uit het persoonlijk archief van de kunstenaar dat Veltman van het FeliXart Museum in bruikleen kreeg. “Dat archief was zo goed als onbekend, omdat De Boeck het altijd bij zich gehouden heeft. Er zitten brieven in van belangrijke vrienden en tijdgenoten, die een nieuw zicht bieden op de manier waarop De Boeck een beroemd kunstenaar is geworden”, vertelt Veltman. 
Belangrijke vriendschappen
“Zelf beweerde hij altijd dat dat buiten hem om gebeurde en dat anderen tentoonstellingen of kunstmanifestaties voor hem organiseerden. Dat beeld klopt slechts gedeeltelijk: hij sloot bijvoorbeeld vriendschappen met politici als Jean-Luc Dehaene en Marc Galle, de dichters Maurice Carême en Wies Moens en de zakenmensen Maurits Naessens en Leon Rochtus. Hij wist dat deze mensen iets voor hem konden betekenen. Langs die weg kon hij er uiteindelijk voor zorgen dat zijn artistieke nalatenschap werd bijeengebracht in een eigen museum.”
De Boeck en zijn vrouw Marieke konden geen gezonde kinderen krijgen omdat ze elkaars directe neef en nicht waren. Vier van hun vijf kinderen stierven al op zeer jonge leeftijd. De Boeck beweerde dat hij het verdriet over zijn verloren kinderen alleen kon verwerken door te blijven schilderen.

Tuberculose
Privé moest De Boeck ook heel wat tegenslagen verwerken. “Eén van De Boecks eerste abstracte schilderijen was ‘Aanwezigheid van B.K.’ uit 1921, dat intussen verloren is gegaan. B.K. stond voor Bacille Koch, de bacterie die tuberculose veroorzaakte. De familie De Boeck werd zwaar getroffen door deze ziekte. Zijn broer Marcel stierf er aan maar ook De Boecks vrouw Marieke leed aan tuberculose. Omdat ze elkaars directe neef en nicht waren, konden ze geen gezonde kinderen krijgen. Vier van hun vijf kinderen stierven al op zeer jonge leeftijd. De Boeck beweerde dat hij het verdriet over zijn verloren kinderen alleen kon verwerken door te blijven schilderen. Vanaf dat moment kreeg zijn werk een sterk katholieke inslag. Ik wil graag weten welke invloed die traumatische ervaring had op zijn publieke reputatie. Zijn vrienden waren sterk onder de indruk van de manier waarop hij met de dood van zijn kinderen omging. Het droeg bij aan de mythevorming rond zijn kunstenaarschap.”

Leven uitspitten
Veltman is op zoek naar iedereen die De Boeck gekend heeft om zijn leven helemaal uit te spitten. Mensen die met hem samenwerkten maar ook inwoners van Drogenbos die hem gekend hebben. “Ik vraag me af hoe De Boeck nu precies bekendstond in Drogenbos, het dorp waar hij zijn hele leven gewoond en gewerkt heeft”, zegt Veltman. “Zijn grootvader van moederszijde was Jacques van Breetwater, een voormalige burgemeester van het dorp.

Zijn vader Jan de Boeck was van eenvoudige komaf. Hij kon niet lezen of schrijven, maar werd wel in staat gesteld om de boerderij van zijn schoonvader te beheren. Hij zou ook de plaatselijke fanfare hebben opgericht. Hoe is dat mogelijk? Ik zou graag in contact komen met mensen die over archieven beschikken van de familie De Boeck-Van Breetwater. Ik heb ook nog steeds vragen over zijn kleine boerderij. Was De Boeck echt in staat om te leven van de opbrengst van zijn land? Ik zou dus graag ook in contact komen met mensen die hem op een zakelijke manier hebben leren kennen.”
Vrienden, kennissen of familieleden van Felix De Boeck kunnen David Veltman bereiken op telefoonnummer +31 50 3632426 of mailen op d.veltman@rug.nl.

Bron: Het Laatste Nieuws, Bart Kerckhoven

zaterdag 2 november 2019

Van Valleilandschap tot Groene Stroom



Najaarslezing: Waterlopen en beheer in Vlaams-Brabant.
Van valleilandschap tot groene stroom
Kom naar de najaarslezing over de historische dynamiek van rivieren en beken. We besteden bijzondere aandacht voor de menselijke activiteiten die een impact hadden op deze landschappen.

Thema's die aan bod komen:
  • een geografisch kader over de ontwikkeling van riviervalleien
  • een historisch overzicht van waterbeheer en -benutting
  • een inzicht in relevant bronnenmateriaal
  • enkele gevalstudies van onderzoek, publieksdeling en landschapsontwikkeling
Programma
  • 10.00 uur: Onthaal met koffie/thee
  • 10.15 uur: Welkomstwoord
  • 10.20 uur: Het rivierlandschap in verandering: lange-termijn dynamiek van rivieren en valleigebieden in het Dijle- en Demerbekken - Gert Verstraeten (KU Leuven)
  • 11.00 uur: Onderzoek naar waterlopen en hun beheer. Wat vind ik in het archief? - Jan De Cock (Heemkundig Genootschap “van Witthem” Beersel) en Danielle Caluwé (DIMA-BOSA/Algemeen Rijksarchief)
  • 11.40 uur: Op zoek naar Den Liberen Loop: rivierbeheer en traditionele landbouwsystemen in Vlaanderen voor 1900 - Tim Soens (Universiteit Antwerpen)
  • 12.30 uur: Broodjeslunch
  • 13.30 uur: Rivierbeheer tijdens het ancien régime: de Demeradministratie in de 17de en 18de eeuw - Johan Breugelmans (Hertogelijke Aarschotse Kring voor Heemkunde)
  • 14.00 uur: De herontdekking van onze beken: over de ontsluiting van kennis over het Kampenhoutse bekenlandschap - Hubert Gulinck (Heemkring Campenholt)
  • 14.30 uur: Casus Oyenbrugmolen. Het restauratie-energieproject van een beschermde watermolen - Erik Van Hemelrijck (Vereniging Oyenbrugmolen)
Organisator
Documentatiecentrum Vlaams-Brabant en Rijksarchief Leuven Documentatiecentrum Vlaams-Brabant, Vaartstraat 24 - 3000 Leuven
Wanneer
zaterdag 07 december 2019 van 10.00 tot 15.00 uur
Locatie
Villerscollege, Vaartstraat 24, 3000 Leuven
Contact
Prijs gratis