vrijdag 29 november 2019

Halle triomfeert met meer inwoners


 Het stadsbestuur van Halle juicht en jubelt: veertigduizend inwoners. Er wonen en leven is vertoeven in 't  Paradijs in 't klein. Lees het in de onderstaande tekst. Citaat:




"We zijn met meer dan 40.000!
Halle heeft de kaap van 40.000 inwoners bereikt! De bevolkingsstatistieken bevestigen dus datgene wat we al langer weten: Halle is een fijne plek om te wonen en te (be)leven. De 40.000 ste inwoner heet Lowie, zijn ouders kwamen vrijdagochtend 29 november langs voor zijn geboorteaangifte en werden overladen met felicitaties en cadeaus.

Vlaams-Brabant is de snelst groeiende provincie in Vlaanderen. Dat is het best voelbaar in de Brusselse randgemeenten maar ook in de Vlaams-Brabantse steden zoals Halle. Zo steeg het aantal inwoners de voorbije 10 jaar met gemiddeld zo’n 385 inwoners/jaar. Intussen staat de teller dus op 40.000! Halle mag zich dus vanaf vandaag een volwaardige provinciestad noemen.

De groei is zeer goed voelbaar bij de 0-19 jarigen ( +13,8%). Zo is bijna één kwart van de inwoners (23%) jonger dan 19 jaar. Het ruime aanbod op het vlak van jeugd en onderwijs verklaart wellicht waarom zoveel actieve gezinnen zich in Halle vestigen (+ 8,9 %).

In  totaal maakt trouwens 58% van de inwoners deel uit van die actieve beroepsbevolking (20-64 jarigen). Het gunstig economisch klimaat speelt hierin ongetwijfeld een rol. En met 6,6% ligt de werkloosheidsgraad in onze stad ook een pak lager dan het Vlaams gemiddelde (7,8 %).
De kleinste groep zijn de 65+plussers maar ook hier noteren we een stevige groei, namelijk + 17,5 %. Het ruime aanbod op het vlak van gezondheid (ziekenhuis en andere medische faciliteiten) en ouderenzorg (woonzorgcentra en assistentiewoningen) zorgen ervoor dat steeds meer ouderen zich graag in Halle komen vestigen. (Bron: Survey stadsmonitor 2018, Statistiek Vlaanderen/ABB).

Groen en betaalbaar

Maar sowieso heeft Halle voor elke bevolkingsgroep aardig wat troeven. Zo ligt onze stad ingeduffeld in het vele groen van de Zennevallei en het Pajottenland. De stad zelf ademt met haar Grote Markt, haar pittoreske pleinen en parken en haar winkelstraten heel wat authentieke gezelligheid uit. Bovendien heeft de stad een zeer sterk sociaal weefsel wat zich ook vertaalt in een enorm activiteitenaanbod.

Tot slot wordt ook het ruime aanbod openbaar vervoer regelmatig aangehaald als één van de redenen waarom mensen uitwijken naar Halle. Zo rijden er tijdens de spits 9 treinen/uur naar Brussel en elke 12 minuten vertrekt er wel een bus richting onze hoofdstad. Mooi meegenomen voor wie zich vlot wil verplaatsen zonder wagen.

Nieuwe uitdagingen
Meer inwoners betekent ook extra uitdagingen op het vlak van milieu, onderwijs, kinderopvang, wonen, welzijn, mobiliteit, armoede en diversiteit. Deze thema’s staan dan ook hoog bovenaan de meerjarenplanning waar het beleid en de stad momenteel werk van maken. Want voorlopig is Halle nog steeds niet erkend als centrumstad.

Twee extra gemeenteraadsleden
Door het feit dat Halle vandaag een stad is met 40.000 inwoners, zal na de volgende gemeenteraadsverkiezingen ook de gemeenteraad uitgebreid worden. Zo mag Halle bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen 35 raadsleden aanduiden, dat zijn er 2 meer dan vandaag. Het aantal schepenen blijft ongewijzigd."

NVDR:

Gemeente Halle (Halle-Vilvoorde)


2001:
totaal aantal appartementen: 2505
aandeel appartementen op woonmarkt: 16,9%

2019:
totaal aantal appartementen: 4767
aandeel appartementen op woonmarkt: 27%

Evolutie:
toename aandeel appartementen in periode 2001-2019: 10%


Meningen, Adviezen en Beschouwingen over Milieu, Natuur, Ruimtelijke ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Vlaams karakter van de Zennevallei



De berichten op de webpagina Zevende Kracht binden enkel de auteurs ervan en  vertolken niet noodzakelijk de officiële opinie van de  vzw Streekvereniging Zenne en Zoniën.

De auteurs schrijven over belangrijke evoluties en gebeurtenissen die de ruimtelijke ordening, de stedenbouw, het onroerend erfgoed en het Vlaams karakter aanbelangen van deze gemeenten binnen de zuidelijke Zennevallei: Beersel, Drogenbos, Halle, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode en Sint-Pieters-Leeuw.

Al die gemeenten maken deel uit van de Vlaamse Rand rond Brussel en staan onder permanente verstedelijkingsdruk.

Roger Swalens

woensdag 27 november 2019

Bomenplantacties geen goed idee?


Stop met boomplantacties

Bioloog Tobias Ceulemans, docent Conservatiebiologie aan de KU Leuven,is kritisch voor de populaire boomplantacties die in het kader van klimaatacties georganiseerd worden. Een studie van zijn onderzoeksgroep toont aan dat de opslag van CO2 (broeikasgas) in de bodem trager verloopt bij aanplanten in vergelijking met spontane bossen. Bomen planten kost volgens hem ook nodeloos meer geld en middelen van de al erg schaarse natuurbehoudsmiddelen.

Op de opinieblazijden van de VRT-webstek schrijft hij hierover:


We bevinden ons momenteel midden in het plantseizoen van bomen. Een goede zaak zal u denken, bomen slaan namelijk CO2 op, dus hoe meer, hoe beter! Bomen planten is een welkome afwisseling van het lijdzaam ondergaan van de dagelijkse negatieve berichten over het klimaat. Het biedt namelijk de kans om de mouwen op te stropen en zélf concreet actie te ondernemen.

Wellicht daarom dat steeds meer aanplantacties de kop opsteken die goedbedoelende mensen aantrekken om hun groene hart te verwarmen. Nochtans is een eenvoudige optelsom voldoende om in te zien dat het een typische greenwashing-illusie (oppoetsen van groen imago, red.) betreft. Volgt u even mee.
Plantgoed moet eerst ergens gekweekt worden. Dit vindt plaats op boomakkers waar de jonge boompjes dicht bijeen worden opgekweekt, vaak vanuit zaden van slechts enkele ouderbomen. Ze zijn dus genetisch nauw verwant en de gebruikelijke sterke natuurlijke selectiedruk valt bijna geheel weg. Jaarlijks worden duizenden boompjes besteld, dus er is veel kweekplaats voor nodig. Daarom worden ze vaak geïmporteerd uit grootschalige kwekerijen in het oosten van Europa. Hierdoor zijn het bomen die uit een ander, meer continentaal klimaat komen.
Foto Editiepajot/Felix Merckx©
Wat is er mis met dit plaatje? 
  1. Bodems verstoren, zoals op akkers, veroorzaakt CO2-uitstoot van organische stof in de bodem.
  2. De boompjes moeten worden verzorgd op grote kwekerijen -dit gebeurt met tractoren- en moeten vervolgens worden verplaatst naar de plantlocaties (tweemaal CO2-uitstoot, zeker bij transport vanuit Oost-Europa). De kwekerij neemt bovendien ruimte in beslag die anders misschien door een écht bos of andere natuur ingenomen kon worden.
  3. De boompjes zijn vaak aan elkaar verwant en worden dicht bij elkaar gekweekt wat een ideale broeihaard is voor ziekteverwekkers.
  4. De boompjes worden soms met de schop geplant, maar ook met een machinale bodemboor. Opnieuw bodemverstoring met CO2-uitstoot én CO2 uitstoot door machinaal planten.
  5. Een boomaanplant wordt achteraf met bosmaaiers gemaaid zodat ruigtekruiden de jonge boompjes niet overwoekeren. Weerom: CO2-uitstoot.
  6. Er wordt rond de boompjes meestal een plastic beschermgaas gebonden tegen vraat. Nogmaals CO2-uitstoot voor de plasticproductie! Bovendien belandt het plastic in de natuur aangezien deze gazen zelden of nooit worden verwijderd voor ze geleidelijk afbrokkelen en in het milieu verdwijnen.
  7. Tot slot gebruikt men in aanplanten meer dan eens ecologisch volledig absurde boomcombinaties en vind je steevast invasieve exoten in de aanplanten zoals late guldenroede die onverhoopt meekomen met het plantgoed.
Je hoeft geen wetenschapper te zijn om te begrijpen dat vooraleer het aangeplante boompje zijn eerste CO2 opslaat, hij eerst al zijn eigen aanzienlijke koolstofvoetafdruk moet compenseren.
Als de aanplantactie geen ziekten of invasieve soorten vanuit de kwekerijen introduceert. Kijk maar naar onze es, die door een invasieve schimmel massaal afsterft met daardoor bijkomende CO2-uitstoot. Ons meest recente onderzoek toont aan dat er tot driemaal meer ziekteverwekkende schimmels in aanplanten aanwezig zijn dan in spontane bossen. Dit onderzoek wees ook uit dat CO2-opslag in de bodem trager verloopt in aanplanten dan in spontane bossen. Het behoeft geen betoog dat aanplanten geld kost en dit terwijl men evengoed de onvermijdelijke spontane verbossing kan afwachten vanuit de spreekwoordelijke hangmat.


Aangezien bomen in onze streken sowieso spontaan opschieten, zijn boomplantacties daardoor nog eens zo ironisch. Bomen planten is alleen in specifieke omstandigheden wenselijk, bijvoorbeeld in de tropen waar het plaatselijk microklimaat ongeschikt geworden is, in stedelijke omgevingen, voor het behoud van waardevolle relictpopulaties of voor houtvesterij met het oog op kappen voor houtproductie. 
Het behoeft geen betoog dat aanplanten geld kost, zowel voor de aankoop van plantgoed als voor de arbeidsuren, en dit terwijl men evengoed de onvermijdelijke spontane verbossing kan afwachten vanuit de spreekwoordelijke hangmat. Samengevat: geen werk, minder ziekten, geen plastic, snellere CO2-opslag en geen extra CO2-uitstoot... Wat wil je nog meer?
Natuurbeheerorganisaties zwichten helaas steeds vaker onder druk van de publieke opinie

Enige kritische reflectie van onze natuurorganisaties of goedbedoelende besturen en verenigingen die bomen planten lijkt daardoor aangewezen. Natuurbeheer­organisaties zwichten helaas steeds vaker onder druk van de publieke opinie.
Zo stoppen ze meer en meer met het plaatselijk noodzakelijke kappen van bomen voor biodiversiteitsherstel. Hun reeds te schaarse middelen worden daarnaast eerder in deze nodeloze boomplantacties gestoken om hun publiek imago te greenwashen, dan in detailbeheer om onze laatste noodlijdende biodiversiteitsrelicten te behouden.
En dat terwijl deze ‘’publieke opinie’’ opgezweept wordt door een beperkte groep mensen die sociale media gebruiken om misleidende of foutieve informatie te verspreiden.
In plaats van boomplantacties kan men evengoed bossen uitbreiden door "eekhoornactiviteiten" te organiseren
Wat dan met de (terechte) publieke verzuchtingen om iets voor het klimaat te doen? In plaats van boomplantacties kan men evengoed bossen uitbreiden door "eekhoornactiviteiten" te organiseren waarbij je duizenden eikels (of andere zaden van bomen) uitdeelt die kinderen en volwassenen de grond in kunnen stoppen (net als een eekhoorn doet). 
Men kan gemakkelijk én gratis de zaden massaal verzamelen in lokale bossen, de bodem wordt niet te veel verstoord en machines zijn onnodig. Zulke activiteiten kunnen even goed een positieve duw geven aan het imago én zijn veel ecologisch verantwoorder. Beeld je maar eens in: de directeur van Natuurpunt vzw, onze kersverse minister van Omgeving of de burgemeester van je gemeente verkleed als eekhoorn: uitstraling en plezier verzekerd!

woensdag 20 november 2019

Huizingen: Mausoleum Torley wordt beschermd


Het mausoleum van Henri Torley op de begraafplaats van Huizingen, wordt voorlopig beschermd als monument. De schaal van dit mausoleum is uitzonderlijk in Vlaanderen.

 Al wie ooit al de begraafplaats van Huizingen heeft bezocht, zal ongetwijfeld het graf van de voormalige industrieel en kasteelheer Henri Torley hebben gezien. Het  het bevindt zich op het hoogste punt van het kerkhof. Het toont aan dat Torley in de tijd een belangrijk man was of toch minstens zeer vermogend was. Zo werd hij in 1900 eigenaar van het kasteel van Huizingen, waar zich nu het provinciedomein rond bevindt. De man kreeg met de H. Torleylaan zelfs een straat naar hem vernoemd.

 Het mausoleum werd in 1912 voor de familie Torley opgetrokken, zo blijkt uit onderzoek van het Agentschap voor Onroerend Erfgoed. Het was Torley zelf die de opdracht gaf om het te bouwen, en hij was de eerste persoon om er datzelfde jaar na zijn overlijden in Oostenrijk op 63-jarige leeftijd in begraven te worden. De weduwe van Torley, Selma Elisabeth Michaël (gestorven in 1941) huwde later met de Belg Lucien Devillers (gestorven in 1965), waardoor vandaag zowel leden van de familie Torley als Devillers in het mausoleum begraven liggen. De laatste bijzetting dateert van 1995. 

Uit het beschermingsbesluit blijkt dat het Agentschap voor Onroerend Erfgoed het mausoleum zeer waardevol vindt, dit zowel op historische als culturele en architecturaal vlak. “Het mausoleum is een laat voorbeeld van de bloeiperiode van grafkapellen en mausolea die liep van omstreeks 1870 tot de Eerste Wereldoorlog. Het is een representatief voorbeeld van een indrukwekkend grafteken dat door de nieuwe burgerij opgetrokken werd ter bevestiging van haar nieuwe verworven status. Niet alleen de grootte en uitzonderlijke bouwstijl van het mausoleum maar ook de ligging op het hoogste punt van de begraafplaats en aan het einde van een hoofdpad, getuigen van de sociale en culturele positie die de familie bezat in de gemeente.”
Foto Agentschap Onroerend Erfgoed ©

 De uitzonderlijk grote grafkapel is in neoclassicistische stijl opgetrokken. “De vormgeving en constructie van het mausoleum zijn zeldzaam. De toegankelijke crypte, duidelijk een onderdeel van het concept van de grafkapel, is zeer uitzonderlijk. Het geheel is vormgegeven in neoclassicistische stijl wat representatief is voor de periode maar wel eerder zeldzaam is in vergelijking met andere grafkapellen. De constructie van de kapel met een groot aandeel aan metalen onderdelen is representatief voor de nieuwe materialen die de architectuur van de negentiende eeuw bepalen. Het plafond bestaande uit een metalen structuur ingevuld met marmerplaten is binnen de funeraire kunst in Vlaanderen uniek. De interieuraankleding is sober maar kwalitatief en getuigt in zijn vormgeving, onder andere van het altaar, van het neoclassicisme. De plaatsing van het mausoleum in een omheinde graftuin is eveneens representatief voor de periode. Maar de schaal waarop het hier gebeurde is uitzonderlijk voor Vlaanderen.” Het onderzoek over de voorlopige bescherming loopt tot 19 november.