En français svp
Wanneer hoffelijkheid onderdanigheid wordt
Ja, er bestaan nog "ouderwetse" flaminganten die zich niet graag neerleggen bij voortschrijdende verfransing en internationalisering. Maar hun aantal is blijkbaar met de jaren aan het wegkwijnen.
Hierna enkele passages uit een bijdrage van Johan Sanctorum over onze streek en de Vlaamse Rand rond Brussel meer in het algemeen, zoals die verschenen is op de onafhankelijke ("Vlaamsgezinde") webstek Doorbraak en op de weblog Acta Sanctorum van de auteur- 6 november 2019 Johan Sanctorum.
"Alle kranten, ook de Vlaamse, hebben onder luid
gejuich de eerste vrouwelijke premier van België begroet, weliswaar in lopende
zaken, namelijk Sophie Wilmès (MR), die de naar Europa verkaste Charles Michel
vervangt. Een overwinning voor de gendergelijkheid, zo wil het
politiek-correcte cliché. We weten ondertussen welk vlees we in de kuip hebben:
Wilmès woont in de faciliteitengemeente Sint-Genesius-Rode, waar ze met de Union
des Francophones opkomt ‘voor de belangen van de Franstaligen in de
Vlaamse rand’. Lees: actief de verfransing van de rand promoot.
Dat zijn dus vooral mensen die niet kunnen leven met
de realiteit dat ze in Vlaanderen wonen, en in het Frans willen bediend worden,
niet alleen bij de bakker en de slager maar ook aan het overheidsloket, tot en
met Franstalige kiesbrieven. Het zijn deze lieden die in een volgend rondje
staatshervorming/communautaire gesprekken de door hen georganiseerde
verfransing als een fait accompli voorstellen, om dan een overheveling
naar Waals-Brabant te eisen. Bijvoorbeeld. Want Wilmès laat niet zomaar in haar
kaarten kijken en presenteert zich als ‘de premier van alle Belgen’.
Europa en het Minderhedenverdrag
In deze logica om via persoonlijke rechten
territoriale verschuivingen af te dwingen, is het ondertussen beruchte Europese
Minderhedenverdrag een cruciaal breekijzer. Het zag het levenslicht in
1995 en was bedoeld als bescherming van culturele en etnische minderheden
binnen een EU-lidstaat, een principe dat van meet af aan problematisch bleek,
want wanneer bescherm je gewoon minderheden, en wanneer worden dat
bruggenhoofden van culturele en taalkundige desintegratie?
België ondertekende het verdrag in 2001, in het kader
van het Lambermontakkoord. Dat was voor de Franstaligen een belangrijke etappe
in een soort reconquista: dankzij dit verdrag zou men in Vlaanderen, met
Vlaamse subsidies, eigen scholen en culturele instellingen kunnen oprichten,
regionale tv-zenders opstarten, tweetaligheid in de ondernemingen afdwingen, en
vooral: eisen dat men door de administratie in het Frans bediend wordt. Omwille
van dit paard van Troje ondertekende de Vlaamse regering het verdrag nooit — de
Waalse en de Brusselse gewestregeringen uiteraard wel — en dat is een
voorwaarde voor de ratificatie, de concrete juridische uitvoerbaarheid dus.
Om die laatste hindernis te nemen schakelde men al in
2002 de Raad van Europa in, die zowaar een rapporteur naar onze contreien
stuurde, ene Lili Nabholz-Haidegger die er in haar conclusies geen doekjes om
wond: ze eiste dat Vlaanderen het Minderhedenverdrag onverwijld goedkeurde en
dat Franstaligen in heel Vlaanderen (!) faciliteiten moeten kunnen bekomen.
Noteer dat volgens datzelfde verdrag ook Vlamingen in Wallonië taalrechten
zouden kunnen aanvragen, wat die natuurlijk nooit doen: we zijn een braaf volk
en passen ons aan.
De bedoeling van de francofone lobbymachine is dat
Vlaanderen internationaal gepercipieerd wordt als een regio die het niet nauw
neemt met democratie en mensenrechten.
Sindsdien komt dat rapport af en toe eens uit de
schuif, en wordt er druk achter de schermen gewerkt om die ratificatie toch af
te dwingen. Daartoe wordt er intens genetwerkt. Tot in de VN moeten ze weten
wat voor een gore negorij Vlaanderen wel is, daarvoor heeft ook al Didier
Reynders een duit in het zakje gedaan. De bedoeling van de francofone
lobbymachine is dat Vlaanderen internationaal gepercipieerd wordt als een regio
die het niet nauw neemt met democratie en mensenrechten. Zoals ook de Catalanen
met medewerking van de EU steeds meer als een stelletje oproerkraaiers worden
weggezet.
Olievlek
Als men ziet welke logica zich in de Vlaamse Rand
voltrekt, beseft men hoe wereldvreemd dat rapport van de Raad van Europa wel
is: de verfransingsmachine misbruikt het mensenrechtenverhaal en richt zich op
een olievlekstrategie, in bepaalde milieus tamponisation genoemd, het
creëren van tweetalige eilanden die naar elkaar toegroeien tot heel de regio is
ingenomen. Dat gaat ook gepaard met sociale verdringing en pesterijen:
uitgerekend in de gemeente van mevrouw Wilmès, Sint-Genesius-Rode, werd
Geertrui Windels (echtgenote van Herman Van Rompuy) als Vlaamse schepen het
leven zodanig onmogelijk gemaakt door het UdF-bestuur dat ze ontgoocheld
ontslag nam.
Heel het faciliteitenverhaal, gestart in 1988 (nvdr: eigenlijk in 1963), is dan
ook een perverse constructie. Het werd door de Vlamingen gezien als een
uitdovende overgangsmaatregel om de Franstaligen de kans te geven zich te
integreren, terwijl het door de francofonen werd gezien als een blijvend recht,
vatbaar voor uitbreiding. De analogie met de islamisering in Europa is tamelijk
gelijklopend: natuurlijk staat de vrijheid van godsdienst in onze grondwet én
is die ook Europees verankerd. Maar wat als dat principe misbruikt wordt voor
een cultuurimperialistische agenda die ons uiteindelijk in de dhimmitude
drijft?
Het is deze verdringingslogica die door Europa totaal
wordt miskend, en de francofone politici buiten dat genadeloos uit. Toen in
2008 de Vlaamse overheid weigerde drie burgemeesters in de Rand te benoemen die
de taalwetten niet toepasten, werden we door de Raad van Europa officieel
gekapitteld: Vlaanderen dreigt zich aan discriminatie en racisme te bezondigen.
Een stigma dat, toppunt van al, door onze eigen Vlaamse media wordt versterkt,
niet in het minst de publieke zender, met betrekking tot de allochtone bevolking.
Zo worden we in de verdediging gedrongen en moeten we
ons langs alle kanten moreel verantwoorden, terwijl de sociologische realiteit
zich ondertussen gewoon doorzet. We hebben zowaar een minister van de Vlaamse
Rand, de heer Ben Weyts, waarvan ik begot niet zou weten wat zijn strategie
is tegen de tamponisation. Afgezien van het mooie magazine Randkrant
dat maandelijks in mijn bus valt en als één grote multiculturele
goed-nieuws-show oogt......
..................
Conclusie: Vlaanderen moet dringend de perverse
effecten van de diversiteitslogica afbouwen en de EU-oekazen van de hand
wijzen. Er is een verschil tussen hoffelijkheid en onderdanigheid, zoals er een
verschil is tussen vrijheid van godsdienst en dhimmitude. Een
consequente taalpolitiek is de hoeksteen van elk integratiebeleid, daar is geen
weg naast. Wie in Denemarken gaat wonen en geen Deens wil spreken, reduceert
zichzelf tot een paria.
De Vlamingen hebben het vooral aan zichzelf te danken,
hun ingeprente souplesse, hun domheid ook om zich in onderhandelingen te
laten naaien, hun laag cultureel zelfbeeld, hun enerzijds-anderzijds-discours,
de koudwatervrees om echt knopen door te hakken en als eigen natie hun weg te
zoeken doorheen de geschiedenis. Ondertussen discussieert half Vlaanderen over
de vraag of ballekens in tomatensaus een plaatsje in de Vlaamse canon
verdienen. Hoor ik daar gegrinnik in Rhode Saint-Genèse?
Effectief, terwijl we ons met dit soort beuzelarijen
bezig houden en de politieke impasse compleet is -sommigen spreken alweer van
een regimecrisis — is er één proces dat nooit stilvalt en nagenoeg compleet
onder de waterlijn blijft. Men kan zich afvragen in wiens voordeel de tijd
tikt."